Het begon onschuldig, met een jongen die met een ouija-bord speelde in het huis van zijn tante. Het eindigde met vreemde geluiden, angstaanjagende stemmen, exploderende flessen wijwater en verminkingen. En het werd de inspiratie voor het horrorverhaal 'The Exorcist'. Paranormaal onderzoeker Steven LaChance heeft een boek geschreven over een van de bekendste duiveluitdrijving ooit op basis van de dagboeken van een priester die erbij aanwezig was. En dat onthult nooit eerder bekende details.
Marcherende voetenDe jongen - bekend onder het pseudoniem Roland Doe - zou ziek geworden zijn kort nadat hij met het ouija-bord had gespeeld. In zijn buurt waren vreemde geluiden te horen, zoals het lopen van water achter een muur, een gekrab onder de vloerplanken en het gestamp van marcherende voeten. ZwevenRoland werd op logement gestuurd bij enkele plaatselijke priesters, die nadien beweerden dat ze het bed van de jongen hadden zien zweven terwijl hij sliep. En toen verscheen gekrab op zijn lichaam, pijnlijke rode strepen die vaak woorden vormden. Een familielid zocht daarop hulp bij een Jezuïet, priester Raymond Bishop, die meteen naar de aartsbisschop trok om een exorcisme aan te vragen. Het ritueel werd geleid door pastoor William Bowdern en vond plaats op 11 maart 1949 om 22.30 uur. Bishop was erbij aanwezig en noteerde alles in zijn dagboek. De reactie van de jongen kwam meteen en was gewelddadig. Volgens Bishop verscheen het woord 'Hell' op zijn borstkas en een beeld van de duivel op zijn rechterbeen. "Die was afgebeeld in rood", schreef hij. "Zijn armen waren boven zijn hoofd gehouden en er leken vliezen tussen te zitten, waardoor hij wat op een vleermuis leek." Roland sliep daarop een paar uur, maar ging meteen wild te keer toen hij wakker werd. Hij sloeg met zijn vuisten ongecontroleerd tegen het hoofdeinde van zijn bed en zijn kussen. Hij beweerde dat hij in zijn droom had gevochten met een gigantische rode duivel, die slijmerig en sterk aanvoelde. Foto: The Exorcist is nog angstaanjagender dan de film zelf.© rv. SterkHet exorcisme duurde weken en vaak moesten de priesters de jongen samen in bedwang houden omdat hij bovennatuurlijk sterk leek. Een van hen brak zelfs zijn neus. Terwijl kronkelde en riep Roland en zong hij soms met een prachtige stem, onder meer 'An der schönen blauen Donau' van Strauss. Sexueel
De beproeving van de jongen eindigde uiteindelijk in april 1949, toen in het Alexian Brothers Hospital in St Louis lag. Het is ook de plaats waar het dagboek van de priester werd gevonden. De jongen vertelde er dat hij tijdens een storm een visioen had gehad van een mooie man met golvend haar, die een vurig zwaard ophield boven een put waarin de duivel zat. Daarna ging hij rechtop zitten en zei hij: "hij is weg". Even daarvoor was het kruis op het dak van het ziekenhuis getroffen door de bliksem. Zwarte vlekRoland ging naar huis, maar het kwade bleef achter volgens LaChance. Verpleegsters vertelden dat er jaren later nog altijd een zwarte vlek zat boven het hoofdeinde van het bed waarin de jongen had gelegen en dat die steeds terugkwam, hoe vaak ze ook overschilderd werd. De vleugel werd uiteindelijk afgebroken en vervangen door een parking, maar in het asfalt onder de kamer van de jongen verscheen telkens een scheur, die arbeiders maar niet opgevuld kregen. SchizofrenieHet dossier werd jarenlang onderzocht en volgens sommigen was Roland niet bezeten, maar had hij gewoon mentale problemen, zoals schizofrenie of het Syndroom van Tourette. Aandoeningen die veel minder bekend waren in de jaren 40. De identiteit van de jongen werd nooit prijsgegeven, maar hij zou nog altijd in Maryland wonen, drie kinderen gekregen hebben en bij de NASA hebben gewerkt. Van de periode dat hij bezeten zou zijn geweest, herinnert hij zich niets.
Door: Koen Van De Sype - Bron: The Sun | ||