Foto: "Meisjes, lift niet op de snelweg der tranen. Moordenaar op vrije voeten",

Een lenteochtend in 1990: Delphine Nikal verdwijnt nadat ze aan het liften was in het afgelegen Canadese stadje Smithers. Nog geen jaar eerder was ook haar 15-jarige nicht spoorloos verdwenen. In 1994 verlaat Ramona Wilson (16) haar huis om enkele dorpen verderop te gaan dansen. Ze zou er nooit aankomen. Haar stoffelijk overschot werd tien maanden later gevonden in de buurt van de lokale luchthaven. Jonge mama Tamara Chipman (22) verdwijnt in 2005. "Ze is nog steeds vermist. In september zal het elf jaar geleden zijn", aldus haar tante Gladys Radek.

Het zijn maar enkele voorbeelden van de tientallen meisjes en vrouwen die verdwenen of vermoord werden langs Highway 16. Dit stuk asfalt in de Canadese provincie Brits-Columbia verbindt eenzame dorpen, dichtbegroeide bossen en verarmde indianenreservaten met elkaar. De lokale inwoners hebben de tragische plek intussen omgedoopt tot de 'snelweg der tranen'. "Meisjes, lift niet op de snelweg der tranen. Moordenaar op vrije voeten", staat er zelfs op een groot geel plakkaat te lezen. Eén vraag brandt op hun lippen: wanneer wordt er eindelijk iets tegen gedaan?

Officieel worden tussen 1969 en 2006 achttien zaken gelinkt aan het verdoemde stukje snelweg. Sindsdien zijn nog veel meer vrouwen spoorloos verdwenen, meestal behoren ze tot de inheemse bevolking. Activisten en familieleden van vermiste slachtoffers spreken van bijna vijftig verdwijningszaken, de meeste blijven onopgelost.

Politiek schandaal:

De 'snelweg der tranen' is intussen uitgegroeid tot een politiek schandaal in Brits-Columbia. Na het lakse beleid van zijn voorganger kondigde premier Justin Trudeau in december een grootschalig onderzoek aan. Kostenplaatje: 40 miljoen Canadese dollar (27,5 miljoen euro), maar dat heeft hij er graag voor over om de band met de inheemse bevolking te herstellen.

Het blijkt slechts het topje van de ijsberg: de voorbije decennia werden in het hele land meer dan 1.200 dossiers geopend rond gedode of vermiste vrouwen die deel uitmaken van de oorspronkelijke bevolkingsgroepen. Volgens een vrouwenorganisatie zou dat aantal zelfs op 4.000 liggen.

"Geen onderzoek gevoerd":

Carolyn Bennett, de minister van Autochtone Zaken, heeft maandenlang het land doorkruist om te spreken met die 'eerste bewoners'. Overlevenden en familieleden van slachtoffers lieten verstaan dat de politie hen racistisch en seksistisch behandelde. Alsof de levens van inheemse vrouwen er minder toe deden. "Ze werden onrechtvaardig behandeld", aldus Bennett. "Agenten klasseerden sommige zaken te makkelijk als zelfmoord, een overdosis of een ongeval. Er werd zelfs geen onderzoek gevoerd."

"De bossen zijn dichtbegroeid. Het is bijna onbegonnen werk om hier iemand terug te vinden", voegt de zus van een slachtoffer nog toe.

Wegen amper verlicht:

De wegen zijn amper verlicht en bussen rijden er slechts sporadisch op de Highway 16. In december werden er plannen aangekondigd om de veiligheid te verhogen (camera's bijvoorbeeld; nvdr), maar voorlopig is daar nog niets van in huis gekomen.

En dus blijft de lokale bevolking het erop wagen om te liften. Zonder zich al te veel vragen te stellen, nestelen Drucella Joseph en haar vriend zich op de achterbank van een gestopte wagen. "Als ik echt ergens naartoe moet, zullen mijn vrienden me brengen. Maar anders liften we." Geen van beiden heeft een gsm. In geval van nood houdt haar partner Corey wel een knuppel of een schroevendraaier achter de hand.

DNA of stoffelijke resten van 33 slachtoffers Brits-Columbia blijkt helaas een geliefkoosd terrein voor seriemoordenaars die het op inheemse vrouwen gemunt hebben. In 2007 werd varkensboer Robert William Pickton veroordeeld voor de moord op zes vrouwen. Op zijn landgoed werden echter het DNA of de stoffelijke resten van 33 slachtoffers aangetroffen. Cody Legebokoff was slechts 24 jaar toen hij in 2014 veroordeeld werd voor de moord op vier vrouwen langs de 'snelweg der tranen'. Tien jaar eerder was een rechter al achter de tralies gevlogen omdat hij inheemse meisjes van amper twaalf jaar aanrandde.

Verschil in aanpak:

Het verschil in aanpak blijft de radeloze families dwarszitten. "Toen Tamara in 2005 verdween, mochten we van de politie niet eens affiches ophangen", stelt Gladys. "Ze wisten dat we dag en nacht zochten, maar deden niets om ons te helpen. Toen de volgende dag een blanke dame vermist bleek in de buurt van Vancouver waren de agenten zelf affiches aan het ophangen."

Eenzelfde verhaal bij Matilda Wilson, haar dochter verdween in 1994. "We kregen te horen dat ze morgen of volgende week wel zou opduiken. Er was geen haast mee gemoeid, dus zijn we maar zelf beginnen zoeken." Na zeven maanden kreeg ze plots een anoniem telefoontje, met de boodschap dat het lichaam verborgen lag in de buurt van de luchthaven. Agenten kamden de omgeving uit, maar vonden niets. In april 1995 deden twee werknemers van de luchthaven per toeval wél de gruwelijke ontdekking: Ramona lag begraven onder een paar bomen.

Jaarlijkse wandeltocht:

Sindsdien organiseert Wilson elk jaar een wandeltocht om haar dochter te herdenken. De media-aandacht zorgt er mee voor dat de verdwijningen niet in de vergetelheid raken. "We willen dit hoofdstuk kunnen afsluiten, we gaan niet opgeven", klinkt het.

Recent liepen drie zussen en hun nicht te kuieren in het dorpje Moricetown. Hoe ze over de 'snelweg der tranen' denken? "Wij gaan nooit liften omdat we al die vreselijke verhalen gehoord hebben", besluit de werkloze Rochelle Joseph. De verdwenen Tamara was haar nicht. "We zijn enorm op onze hoede. Achter elk stuur van een wagen kan een seriemoordenaar zitten. Waarschijnlijk loopt hij nog vrij rond."

Door: Sven Van Malderen - Bron: New York Times